HET INTERNET: Een revolutionaire, nieuwe dimensie van polarisatie
Alhoewel offline polarisatie al sinds mensenheugenis bestaat, heeft de revolutionaire, massale introductie van het internet, samen met en het steeds verder toenemende gebruik van social media, er in de afgelopen tien tot vijftien jaar toe geleid dat we ook steeds meer met ‘online polarisatie’ te maken hebben gekregen. Vanwege de radicaal veranderde online aard van de huidige samenleving, wordt online polarisatie steeds dominanter en beïnvloedt ze in grote mate ook wat er offline in de samenleving gebeurt.
Om die relatie beter te begrijpen, is het goed om stil te staan bij de specifieke aard van het internet, diens rol in de polarisatie van de samenleving, en de vraag hoe deze nieuwe, revolutionaire dimensie dit eeuwenoude fenomeen van polarisatie precies heeft veranderd. Daarvoor wijzen wij op de volgende vier factoren:
ECHOKAMERS EN SELECTIEVE BLOOTSTELLING
Echokamers bieden een ruimte waarin onze eigen overtuigingen voortdurend naar ons worden weerkaatst, en waarin onze mening steeds wordt herhaald en bevestigd zonder enige vorm van tot nadenken stemmende kritiek. Alhoewel dit niet alleen een online verschijnsel is (echokamers kunnen bijvoorbeeld ook ontstaan in wijken of op scholen), zien we wel dat er met de komst van internet en social media in rap tempo steeds meer echokamers zijn ontstaan. Social media platforms werken vaak met een bedrijfsmodel dat mensen in een echokamer zuigt en laten ons daarmee zien dat mensen, vaak, geen meningen willen horen die indruisen tegen die van hen.
Door ons al dan niet bewust in een echokamer af te zonderen, zorgen we voor selectieve blootstelling. We omringen ons doorgaans graag met gelijkgestemden, omdat dat ons een veilig gevoel geeft en we graag bij een groep willen horen. Daardoor kunnen we makkelijk een duidelijk onderscheid maken tussen vrienden en vijanden. Deze behoefte aan veiligheid en ergens bij willen horen bouwt voort op het eerder beschreven identiteitsconcept.
Iemand die aan selectieve blootstelling doet, is geneigd om content te vermijden die een andere invalshoek heeft of diens standpunt in twijfel trekt. Deze persoon focust zich alleen op media die bij diens eigen standpunten aansluiten. Feitelijk ontstaat selectieve blootstelling door acties van een individu, ongeacht of deze zich hiervan bewust is. En dit kan op diens beurt weer de verdere groei van echokamers aanwakkeren.
FILTERBUBBELS EN ALGORITMEN
Echokamers kunnen worden versterkt door de algoritmen die op social media kanalen worden gebruikt. Deze algoritmen staan erom bekend filterbubbels te veroorzaken, een term die Eli Pariser in zijn boek 'The Filter Bubble: What the Internet is Hiding From You' heeft geïntroduceerd. De algoritmen filteren de informatie en nieuwsvoorziening voor internet gebruikers gebaseerd op hun persoonlijke voorkeur, hierdoor kan een eenzijdig beeld van de wereld ontstaan; een bubbel voor elk individu, afgestemd op hun identiteit en overtuiging. Filterbubbels verschillen van echokamers omdat er algoritmen bij betrokken zijn, terwijl dat bij echokamers niet per se het geval is.
De algoritmen die in de architectuur van social media zijn ingebouwd, laten ons geloven dat we ons in groepen van gelijkgestemde mensen bevinden en stimuleren ons om alleen specifieke standpunten te delen die door deze mensen worden goedgekeurd. Dit creëert op diens beurt een feedbackloop en kan tot nog verdere polarisatie leiden. Omdat algoritmen voorkomen dat mensen tegenstrijdige standpunten en meningen zien, wekken ze de valse indruk dat onze standpunten altijd waar zijn en voor een meerderheid gelden.
Het is niet makkelijk om deze bubbels en algoritmen te doorbreken, omdat social media bedrijven inspelen op de menselijke behoefte aan sociale identiteit. Als je in een filterbubbel zit, hoor je niet alleen je eigen gedachten en gevoelens weerkaatsen, maar word je ook blootgesteld aan de slechtste aspecten van je tegenstanders. Je klikt immers vaker op de koppen die emotionele reacties bij je oproepen. Dit soort koppen zullen daarna door de algoritmen vaker worden voorgeschoteld. Omdat je uiteindelijk alleen maar het slechtste van de ideeën en acties van ‘de ander’ ziet, kun je hen al snel dehumaniseren. Daarmee verergeren filterbubbels en algoritmen de situatie; het is immers moeilijk om raakvlakken te vinden als je alleen maar het slechtste van je tegenstanders ziet.
NEPNIEUWS
Mensen kunnen makkelijk worden uitgebuit door desinformatie. Hierbij gaat het vaak om emotionele berichtgeving die inspeelt op iemands identiteit en vooropgezette narratieven. In de afgelopen jaren is het gebruik van desinformatie aanzienlijk toegenomen in de vorm van 'fake news': onjuiste informatie die puur voor financieel gewin of politieke destabilisatie wordt verspreid. Sinds de opkomst van social media zien we een sterke stijging in nepnieuws, dat oorspronkelijk door mediakanalen wordt gepost en vervolgens via bots en trollen over internet wordt verspreid door gebruik te maken van nepprofielen op sociale media en personen die er zich er niet bewust van zijn dat wat ze delen onjuist is. Politici zijn de term 'fake news' zelfs al gaan gebruiken om een commentaar of nieuwsbericht te beschrijven dat hen niet zint of waarmee ze het niet eens zijn.
De bedenker en grondlegger van het World Wide Web, Tim Berners-Lee, stelt vast dat desinformatie op het web een van de grootste uitdagingen aller tijden is. Door de verspreiding van dit soort verhalen door de media en individuen is nepnieuws in staat om de politieke opinie te beïnvloeden en nog meer verdeeldheid binnen de samenleving te zaaien.
DE KEERZIJDEN VAN TOEGANKELIJKHEID
Het internet heeft nagenoeg iedereen een platform gegeven, waardoor elke denkbare opvatting wel ergens online kan worden gevonden. De positieve kant hiervan is dat burgerbewegingen over de hele wereld zich hierdoor goed hebben kunnen verenigen. Maar, deze massale toegankelijkheid heeft ook twee keerzijden.
Ten eerste heeft de mogelijkheid om anonieme gebruikersprofielen aan te maken het vrij eenvoudig gemaakt om harde meningen met weinig tot geen gevolgen op internet te plaatsen. Deze personen zijn lastig te traceren en het is moeilijk om hen verantwoordelijk te houden voor de mogelijke schade die door hun berichten wordt aangericht. Daarnaast zijn de gebruikers niet in staat om de impact te zien die ze met het uiten van harde of hatelijke opmerkingen op anderen hebben. Het gevolg hiervan is dat mensen geneigd zijn om zich online extremer te uiten dan ze offline zouden doen.
Ten tweede zien we dat met de komst van internet, en vooral met de makkelijke toegang hiertoe via smartphones, onze aandachtsspanne korter is geworden. De bereidheid om gedurende langere tijd het debat aan te gaan, waardoor deelnemers met meerdere invalshoeken en genuanceerde standpunten in aanraking komen, neemt af. Vooral social media zijn erop ingericht om in te spelen op de korte aandachtsspanne van mensen en deze specifieke - menselijke - instincten uit te buiten.